Financiering van mobiliteitshulpmiddelen

De rol van Zvw, Wmo en Wlz

Verschillende instanties zijn verantwoordelijk voor de financiering, afhankelijk van de situatie en behoeften van de zorgontvanger. Zo zijn er de Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet langdurige zorg (Wlz) die een rol spelen bij het verstrekken van hulpmiddelen.

Zorgverzekeringswet

De Zorgverzekeringswet kan een rol spelen wanneer een hulpmiddel medisch noodzakelijk is. Echter eenvoudige loophulpmiddelen zoals rollators, krukken en looprekken zitten niet in het basispakket van de zorgverzekeraars. Je kunt deze hulpmiddelen zelf kopen of huren. In onze winkel kun je ook diverse hulpmiddelen vinden, klik hier om daar te kijken.

In enkele gevallen worden specifieke hulpmiddelen, zoals een speciale Parkinson-rollator, wel vergoed, wanneer hiervoor een indicatie is afgegeven door een gespecialiseerde zorgverlener.

Het is verstandig om met de verzekering van je naaste te bellen om te vragen wat in jullie situatie mogelijk is.

Vanuit de basiszorgverzekering wordt de huur van een rolstoel maximaal 26 weken vergoed.

Wanneer deze langer of permanent nodig is dien je contact op te nemen met het Wmo loket van de gemeente van je naaste.

De Wmo

De Wmo, uitgevoerd door de gemeente, richt zich vooral op ondersteuningsbehoeften in het kader van zelfredzaamheid en participatie.

Wanneer er langer dan 6 maanden behoefte is aan een rolstoel, scootmobiel of aangepaste fiets dan kun je een aanvraag hiervoor doen bij het Wmo loket van de gemeente. Zij gaan met de aanvrager samen bekijken wat de behoeften zijn en bepalen vervolgens of men in aanmerking komt voor de ondersteuning.

De hulpmiddelen worden bijna altijd geleverd door een leverancier die de gemeente hiervoor heeft gecontracteerd. Wanneer een hulpmiddel aan speciale eisen moet voldoen en niet door zo'n leverancier kan worden geleverd, kan je mogelijk een geldbedrag ontvangen om het hulpmiddel zelf aan te schaffen (PGB). Het kan zijn dat je dan een deel zelf moet bijbetalen.

Meestal krijg je maar toewijzing voor één hulpmiddel, dus bijvoorbeeld niet een aangepaste fiets én een scootmobiel. Het is dan ook verstandig vooraf goed na te denken over het doel van het hulpmiddel en waar het aan moet voldoen.

Hierbij kan het nuttig zijn om hulp te vragen aan een ergo- of fysiotherapeut, zij hebben verstand van de verschillende hulpmiddelen die er zijn en kunnen in veel gevallen onderbouwing geven voor de aanvraag.

Wet Langdurige Zorg

De Wet langdurige zorg is gericht op mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben.

Als er sprake is van een Wlz-indicatie, dan is de manier waarop de mobiliteitshulpmiddelen gefinancierd worden afhankelijk van de manier waarop de zorgbehoevende woont:

• zelfstandig met WLZ zorg, dan worden ze vergoed vanuit de WMO, dus via de gemeente;
• in een WLZ-instelling, dan worden deze vergoed uit het budget wat het zorgkantoor ter beschikking stelt. De ergotherapeut of fysiotherapeut van de instelling vraagt het hulpmiddel samen met je naaste aan.

Het kan een hele zoektocht zijn om te vinden waar je moet zijn. Vaak kan een fysio- of ergotherapeut of andere behandelaar je goed informeren. Je kan ook altijd contact opnemen met onze Hulplijn, waar we graag met je meedenken.